In 2024 is er een wijziging in de eigen bijdrage voor de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo). De eigen bijdrage wordt dan verhoogd van maximaal
€ 19,- naar € 20,60 per maand. Dit vaste bedrag (abonnementstarief) wijzigt vanwege de inflatie en stijgende kosten voor alle Wmo-voorzieningen. Het is sinds jaren dat er indexering van het abonnementstarief plaatsvindt. Vanaf 2026 is er nog een wijziging. Dan wordt de eigen bijdrage hoogstwaarschijnlijk inkomensafhankelijk. Dat gaat niet alleen gelden voor de huishoudelijke hulp, maar ook voor andere Wmo-vormen zoals begeleiding en hulpmiddelen. Voor 2019 een inkomensafhankelijke eigen bijdrage
Vóór 2019 betaalden cliënten een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor voorzieningen vanuit de Wmo. Vervolgens is het abonnementstarief Wmo ingevoerd, waarbij cliënten een bedrag per maand betalen onafhankelijk van inkomen, vermogen of het gebruik van meerdere voorzieningen.
Toename huishoudelijke ondersteuning door het abonnementstarief
Gemeenten zeggen dat het abonnementstarief een aanzuigende werking heeft. De kosten zijn inderdaad toegenomen, maar de stijging verschilt per gemeente. De herinvoering landelijk van de eigen bijdrage naar inkomen/vermogen in 2026 zal -naar verwachting- leiden tot een afname van 6% voor de vraag naar huishoudelijke ondersteuning (B. van ’t Laar, november 2023). In de vierde monitor abonnementstarief Wmo vindt u meer informatie. Met de maatregel wil het kabinet de voorzieningen en ondersteuning uit de Wmo beschikbaar houden.
Eén eigen bijdrage voor de Wmo
Maandelijks betaalt u slechts één keer de eigen bijdrage aan het CAK. Cliënten betalen geen twee keer Wmo eigen bijdrage. Ook niet als een echtpaar verschillende vormen van ondersteuning of zorg ontvangt (begeleiding, beschermd wonen, hulpmiddelen, huishoudelijke hulp, etc.). Hierbij moet het wel gaan om maatwerkvoorzieningen.
|